Langzaam komt de trein weer op gang en mijn neus probeert de intense pisgeur te verdringen. India stinkt. Er is de bijtende stank van brandende hoopjes afval. De sluimerende stank van vervuiling in de lucht. En dan is er nog de milde stank van een schoolklas 14jarige jongens, in de bus.
Ik zit al uren in de trein en de tocht zal nog uren duren. Mijn uitzicht is fenomenaal. Palmbomen, rijstvelden, grote rivieren. In de trein komen de chai- en samosa-verkopers voorbij. Een piepjonge moeder en haar baby komen bedelend langs en de travestiet die langskomt troggelt het meeste geld af van iedereen. Hij/zij is dan ook redelijk intimiderend. Maar ik krijg een enorme smile en een ferme hand-shake. (female bonding)
Als ik uit het raam kijkt valt some een klein detal me op. Een detail dat mij vertelt; 'hier woon ik'. Ik die bij dit vuurtje in de keuken hoort. Of ik die de televisie aan heeft. Of ik, moeder die bij dit hurkende kind hoort.
En ik, ik ben in India, neem het in me op, wordt vrolijk van de glimlachen, van de prachtige snorren, van het heerlijke eten (nee ik ben nog niet ziek geworden) En van verhalen die ik hoor. Ik India.
Mooi lieve Marike, ik geniet van je reisverhalen xx
ReplyDelete